The Last Days of Jesus

Day 11/11

Handelingen 2 NBV21

De uitstorting van de Heilige Geest van Jezus

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring doordat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, inwoners van Rome die zich hier gevestigd hebben, en ook mensen uit Kreta en Arabië, zowel Joden als proselieten – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’

Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe: ‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte. Deze mensen zijn niet dronken, zoals u denkt; het is immers pas het derde uur na zonsopgang. Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël:

“Aan het einde der tijden, zegt God,
zal Ik mijn Geest uitgieten over al wat leeft.
Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren,
jongeren zullen visioenen zien
en oude mensen dromen dromen.
Ja, over al mijn dienaren en dienaressen
zal Ik in die tijd mijn Geest uitgieten,
zodat ze zullen profeteren.
Ik zal wonderen doen verschijnen aan de hemel boven
en tekenen geven op de aarde beneden, bloed en vuur en rook.
De zon verandert in duisternis en de maan in bloed
voordat de dag van de Heer komt,
groot en ontzagwekkend.

Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.”

Israëlieten, luister naar wat ik u zeg: Jezus van Nazaret is door God tot u gezonden, hetgeen gebleken is uit de grote daden en de wonderen en tekenen die God, zoals u bekend is, door zijn toedoen onder u heeft verricht. Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door goddelozen laten kruisigen en doden. God heeft Hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van Hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over Hem niet behouden. David zegt immers over Hem:

“Steeds houd ik de Heer voor ogen,
Hij is aan mijn zijde, ik wankel niet.
Daarom verheugt zich mijn hart
en jubelt mijn tong van blijdschap.
Vervuld van hoop rust mijn lichaam,
want U zult mij niet overleveren aan het dodenrijk
en het lichaam van uw trouwe dienaar zal niet tot ontbinding overgaan.
U hebt mij de weg naar het leven getoond,
uw nabijheid zal mij vervullen met vreugde.”

Volksgenoten, u zult mij wel toestaan dat ik over de aartsvader David zeg dat hij gestorven en begraven is; zijn graf bevindt zich immers nog steeds hier. Maar omdat hij een profeet was en wist dat God hem onder ede beloofd had dat een van zijn nakomelingen zijn troon zou bestijgen, heeft hij de opstanding van de messias voorzien en gezegd dat deze niet aan het dodenrijk zou worden overgeleverd en dat zijn lichaam niet tot ontbinding zou overgaan. Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij allen. Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest ontvangen, zoals beloofd was. Die Geest heeft Hij over ons uitgegoten, en dat is wat u ziet en hoort. David is weliswaar niet naar de hemel opgestegen, maar toch zegt hij: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot Ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt.’” Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld.’

Toen ze dit hoorden, waren ze diep getroffen en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: ‘Wat moeten we doen, broeders?’ Petrus antwoordde: ‘Kom tot inkeer en laat u allen dopen in de naam van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden, want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’ En met nog veel meer woorden legde hij getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: ‘Laat u redden uit deze verdorven generatie!’ Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. Ze wijdden zich trouw aan het onderricht dat de apostelen gaven, aan de onderlinge gemeenschap, het breken van het brood en het gebed.

Het leven van de eerste gemeente
De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag. Allen die tot geloof gekomen waren, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. Ze verkochten hun eigendommen en bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit; steeds meer mensen werden gered.

Дiї 2

Злиття Святого Духа на Ісуса

Коли ж почався день П’ятдесятниці, всі вони однодушно знаходилися вкупі.

І нагло зчинився шум із неба, ніби буря раптова зірвалася, і переповнила ввесь той дім, де сиділи вони. І з’явилися їм язики поділені, немов би огненні, та й на кожному з них по одному осів. Усі ж вони сповнились Духом Святим, і почали говорити іншими мовами, як їм Дух промовляти давав. Перебували ж в Єрусалимі юдеї, люди побожні, від усякого народу під небом.

А коли оцей гомін зчинився, зібралася безліч народу, та й диву далися, бо кожен із них тут почув, що вони розмовляли їхньою власною мовою!… Усі ж побентежилися та дивувалися, та й казали один до одного: Хіба ж не галілеяни всі ці, що говорять? Як же кожен із нас чує свою власну мову, що ми в ній народились? Парфяни та мідяни та еламіти, також мешканці Месопотамії, Юдеї та Каппадокії, Понту та Азії, і Фріґії та Памфілії, Єгипту й лівійських земель край Кірени, і захожі римляни, юдеї й нововірці, крітяни й араби, усі чуємо ми, що говорять вони про великі діла Божі мовами нашими! І всі не виходили з дива, і безрадні були, і говорили один до одного: Що ж то статися має?  А інші казали глузуючи: Вони повпивались вином молодим! Ставши ж Петро із Одинадцятьма, свій голос підніс та й промовив до них: Мужі юдейські та мешканці Єрусалиму! Нехай вам оце стане відоме, і послухайте слів моїх!

Бо не п’яні вони, як ви думаєте, бо третя година дня, а це те, що пророк Йоіл передрік: І буде останніми днями, говорить Господь: Я виллю від Духа Свого на всяке тіло, і будуть пророкувати сини ваші та ваші доньки, юнаки ж ваші бачити будуть видіння, а старим вашим сни будуть снитися. І на рабів Моїх і на рабинь Моїх за тих днів Я також виллю від Духа Свого, і пророкувати вони будуть! І дам чуда на небі вгорі, а внизу на землі ці знамена: кров, і огонь, і куряву диму. Переміниться сонце на темряву, а місяць на кров, перше ніж день Господній настане, великий та славний! І станеться, що кожен, хто покличе Господнє Ім’я, той спасеться. Мужі ізраїльські, послухайте ви оцих слів: Ісуса Назарянина, Мужа, що Його Бог прославив вам силою, і чудами, і тими знаменами, що Бог через Нього вчинив серед вас, як самі ви те знаєте, Того, що був виданий певною волею та передбаченням Божим, ви руками беззаконників розп’яли та забили. Та Бог воскресив Його, пута смерти усунувши, вона бо тримати Його не могла. Бо каже про Нього Давид: Мав я Господа завсіди перед очима своїми, бо Він по правиці моїй, щоб я не захитався. Тому серце моє звеселилось, і зрадів мій язик, і тіло моє відпочине в надії. Бо не позоставиш Ти в аду моєї душі, і не даси Ти Своєму Святому побачити тління! Ти дороги життя об’явив мені, Ти мене переповниш утіхою перед обличчям Своїм! Мужі-браття! Нехай буде вільно мені сміло сказати вам про патріярха Давида, що помер і похований, і знаходиться гріб його в нас аж до цього дня. А бувши ж пророком, та відаючи, що Бог клятвою клявся йому посадити на престолі його від плоду його стегон, у передбаченні він говорив про Христове воскресення, що не буде зоставлений в аду, ані тіло Його не зазнає зотління. Бог Ісуса Цього воскресив, чого свідки всі ми! А отож, як правицею Божою був Він вознесений, і обітницю Духа Святого прийняв від Отця, то й злив Він оте, що ви бачите й чуєте. Не зійшов бо на небо Давид, але сам він говорить: Промовив Господь Господеві моєму: Сядь праворуч Мене, доки не покладу Я Твоїх ворогів підніжком ногам Твоїм! Ото ж, нехай ввесь Ізраїлів дім твердо знає, що і Господом, і Христом учинив Бог Його, Того Ісуса, що Його розп’яли ви! Як почули ж оце, вони серцем розжалобились, та й сказали Петрові та іншим апостолам: Що ж ми маємо робити, мужі-браття?

А Петро до них каже: Покайтеся, і нехай же охриститься кожен із вас у Ім’я Ісуса Христа на відпущення ваших гріхів, і дара Духа Святого ви приймете! Бо для вас ця обітниця, і для ваших дітей, і для всіх, що далеко знаходяться, кого б тільки покликав Господь, Бог наш. І іншими багатьома словами він засвідчував та вмовляв їх, говорячи: Рятуйтесь від цього лукавого роду! Отож ті, хто прийняв його слово, охристилися. І пристало до них того дня душ тисяч зо три! І вони перебували в науці апостольській, та в спільноті братерській, і в ламанні хліба, та в молитвах.

І був острах у кожній душі, бо багато чинили апостоли чуд та знамен. А всі віруючі були вкупі, і мали все спільним. І вони продавали маєтки та добра, і всім їх ділили, як кому чого треба було. І кожного дня перебували вони однодушно у храмі, і, ломлячи хліб по домах, поживу приймали із радістю та в сердечній простоті, вихваляючи Бога та маючи ласку в усього народу. І щоденно до Церкви Господь додавав тих, що спасалися.

Leave a Reply